Gewoon nu
In den beginne was het woord, toen kwam het licht, en toen het pantoffeldiertje… en daarna nog heel veel meer. Het leven is simpel, als je het maar simpel bekijkt!
Een lecture performance voor het over het IJ festival in Amsterdam.
Mensen die het Ndsm terrein kennen, waar het over het IJ festival gehouden wordt, zullen zien dat de tekeningen langzaam transformeren in foto's van het terrein. Tegelijkertijd hadden wij
op het terrein subtiele details uit het verhaal aangebracht zodat als de mensen die voorstelling uit kwamen deze details zouden opmerken terwijl ze die van te voren over het hoofd hadden
gezien.
Concept en spel door Anna van Diepen, van mijn hand de slideshow met onderstaande tekeningen.
Heeft u goed om u heen gekeken?
Kijk nog maar even!
We beginnen zo in het stik donker. Om iedereen even bij zichzelf te brengen. Maak je geen zorgen, het duurt niet heel lang. Blijf rustig zitten. Gewoon om even goed in het nu te
komen. Ik heb begrepen dat dit een goede manier is, even in het donker… Realiseer je goed waar je bent. Wat verwacht je? Laat die verwachtingen los. Adem in en uit. Ben hier. En
nu. Weet u nog wat u net zag? U denkt dat u weet wat u zag. U dacht het begrepen te hebben toch? Ik zal u nu vertellen wat u werkelijk zag en hoe het zo gekomen is.
Het pantoffeldiertje heet dan ook niet vanwege zijn pantoffel vorm pantoffeldiertje maar omdat hij vanwege zijn gevoelige oren al snel besloot pantoffeltjes aan te schaffen en die permanent aan te houden. Oorverdovend moet het zijn geweest, dat moment vlak voor dat het pantoffeldiertje die pantoffeltjes aan deed. Dit moment wordt in bepaalde sprookjes wel eens de oerknal genoemd!
Dit samenklonteren ging als volgt. De pantoffeldiertjes drukte zich al dichter en dichter tegen elkaar aan. En doordat zo velen dit tegelijkertijd deden ontstond er een soort
drukkende wrijf beweging. Deze druk maakte dat de pootjes in elkaar klitte en net als bij het vilten van wol was hier na een tijdje geen loskomen meer aan.
Dit samenklonteren is cruciaal geweest voor het ontstaan van het nu. Zonder die sociale samenklontering van de pantoffeldiertjes zouden we nu misschien nog wel in een soort slof
achtige fase verkeren!
De immense klonten zweefden rustig door de ruimte. Glimlachend. En af en toe vond daar een botsing plaats. Ze hielde van die botsingen. Een botsing betekende een gigantische klap, met richting- en vormverandering als gevolg. Een hoop geschater en gelach vulde dan de ruimte. Hoe meer botsingen hoe meer vrolijkheid…
Uit een van de eieren kropen de kabouter en zijn vrouw. De kabouter zoals we die allemaal kennen. Met rode puntmuts. Het kabouterstel en het gedrocht werden goede vrienden. De kabouters plantten zich voort als konijnen. Het gedrocht broedde verder en het groeiende aantal kabouters hielp hem aan voedsel, hield zijn broedplaats schoon van poep en eierschillen en wees de pas uitgebroede nieuwkomers een plek in de omgeving toe.
Maar de deelnemers bleken in geen geval van plan deel te nemen in het grote broedgebeuren. Ze leken wel blind en doof. Ze luisterde in ieder geval niet toen een kabouter ze een plekje in de omgeving wilde aanwijzen en gingen hun eigen gang. Ze hielden zich bezig met totaal andere activiteiten en verkende de hele oppervlakte van Ada. 'Ideaal', was hun oordeel. Ze hielden een vergadering en besloten de omgeving wat aan te passen naar hun wensen.
Opzoek naar bouwmaterialen viel hun oog op de hopen oude eierschillen en bouwden hiermee een hijskraan. Een handig ding voor de verdere projecten! En toen ging het los. Vele bouwsels kwamen van de handen van de deelnemers. Ze begonnen wat lomp en simpel maar na de oefenvormen gingen ze al snel verfijnder te werk. Ze bouwden dat het lieve lust was.
Toen de kabouters doorhadden dat de deelnemers niet voor rede vatbaar waren begrepen ze dat ze dat ze de boel binnen eigen gelederen moesten oplossen. De kabouters namen het broeden over en het gedrocht kreeg andere taakjes. Hij stapelde poep en mocht spelen met de lege eierschillen. Hij knutselde stapels blokken, en het ging weer even goed.
Maar als snel werd het gedrocht ook hiervoor te groot. Bij iedere stap plette hij wel iets of iemand. Dit kon zo niet langer door gaan, en de kabouters besloten met pijn in hun hart het onhandig geworden gedrocht op te sluiten. Binnen hekken. Ze wisten dat dit geen duurzame oplossing kon zijn, want het gedrocht bleef groeien. Ze begonnen met het bouwen van een groot verblijf. Een met ramen, met een goed afgesloten buitenverblijf en een opslag voor voedsel…
De kabouters hebben hun tijd van rouw ondertussen opgeheven. Het grote verdriet over het gedrocht is opgedroogd. Het lege ei, het nieuwe verblijf, de poep, en de blokken hebben
een andere bestemming gekregen. Een kabouter kan er nu met droge ogen naar kijken. Eens in het jaar komen alle kabouters van over de hele wereld naar de plek om te herdenken en
te feesten. Een waar festival. Kijk maar!
En Ada nuriet weer de wind of change… Hoor maar…